Duurzame overheid?
Recent verscheen een artikel in de krant dat de Nederlandse overheid gebroken heeft met haar belofte om milieubewust in te kopen. Althans dat berichtte het artikel, gebaseerd op een brandbrief van zes organisaties, waaronder MVO Nederland, aan de Vaste Kamercommissie voor Infrastructuur en Milieu. Met de brief werd hernieuwde aandacht gevraagd voor duurzaam inkopen door de overheid als strategisch instrument om de ‘vergroening’ van de economie te stimuleren.
Sinds 2011 is afgesproken dat de overheid (het rijk, provincies, gemeenten en andere overheidsdiensten) hun aanbestedingen ter waarde van 60 miljard Euro duurzaam zouden wegzetten. Duurzaam inkopen werd gezien als een strategisch instrument om ‘groene groei’ te bevorderen. Het bedrijfsleven – waaronder de grafimedia – hebben alleen moeten constateren dat dit overheidsbeleid maar deels gehaald wordt.
Er wordt door de overheid nog wel eens beweerd dat niet-duurzaam inkopen te maken heeft met kennisgebrek bij inkopers. Dat is heel goed mogelijk, maar verder irrelevant, vanwege het feit dat we dáárom juist de duurzaam inkoopcriteria hebben vastgesteld. De inkopers moeten dáár expliciet naar te refereren. Sterker nog: ze hoeven alleen maar een erkend certificaat van de Stichting Certificatie Grafimedia (kortweg SCGM) op te vragen om absoluut uitsluitsel te krijgen.
Gemiste kansen
Uit diverse onderzoekenis wederom gebleken dat duurzaam produceren een significanter bedrijfsresultaat oplevert, wat oploopt tot meer dan 20%. Door niet-duurzaam aan te besteden loopt de Nederlandse overheid dus financiën mis. Wellicht dat de inkoopkosten lager uitvallen, maar de vervolgkosten zijn vele malen hoger. Inkopen van producten op de laagste prijs betekent dat de aanschafkosten zwaar tellen in de inkoopafweging, waardoor latere gevolgkosten, zoals hogere gebruikskosten, snelle slijtage of een korte levensduur vrijwel niet meewegen. Ook worden tijdens een tender de verborgen milieukosten buiten beschouwing gelaten. Dit zijn de kosten van milieuverontreiniging, grondstofverspilling, onnodige CO2-uitstoot en afbraak van de natuur die ontstaan bij de productie, het gebruik en afdanken van producten. Deze kosten komen vaak pas na verloop van tijd aan het licht maar kunnen enorm oplopen. Door ze niet mee te wegen in de inkoopafweging worden overheden en de samenleving met hoge latere kosten opgezadeld. Een niet-duurzame en dus erg onhandige inkoopstrategie van onze overheid. Er valt dus nog veel te leren.
Samenvattend: hoe is het mogelijk dat gerenommeerde instituten aangeven dat er echt geld valt te verdienen met duurzaamheid en dat onze overheid het geld over de balk gooit met een foutief inkoopbeleid?